Sandra
Simpelweg gelukkig
Het is dinsdagochtend. Ik word wakker met het gevoel alsof ik zojuist door een trein overreden ben, net zoals de paar afgelopen dagen. Ik kijk in de spiegel en schrik van de zwarte kringen die onder m'n ogen gegraveerd lijken. Zou dat nog goedkomen? Ik kan amper staan van de buikpijn die ik nog steeds heb na de kuren van donderdag. Ik kleed mijn zoontje aan en geef hem ontbijt. Voor mezelf schenk ik een mok vol koffie in. Als man en zoon zijn vertrokken sleep ik mezelf na een tweede bak koffie naar de badkamer. Na het douchen moet ik even bijkomen. Ik neem maar een pilletje tegen die helse buikpijnen en diarree. Na nog een bak koffie heb ik de moed verzameld om de hond uit te gaan laten. Hardlopen sla ik maar even over.
Het heeft gevroren, het zonnetje schijnt. De polder is prachtig en ik heb de tijd. Ik besluit toch te proberen om even van het moment te genieten en loop richting het kleine bos. Daar aangekomen ga ik even op het bankje zitten. Ik geniet van het uitzicht en de rust.
Op de terugweg krijg ik het zwaar. Ik vertraag mijn pas en ben opgelucht als ik thuiskom. De hond gaat tevreden liggen en ik probeer bij te komen met nog een bak koffie en een glas water. Ik had zoveel plannen vandaag: het huis is een zooitje, ik loop achter met de was, de keuken en badkamer kunnen een poetsbeurt gebruiken, evenals de ramen. Ook de tuin is rommelig. Ik weet dat er vandaag weinig in zit en probeer een keuze te maken en af te wegen wat ik het liefst gedaan wil hebben. Ik begin maar met het uitruimen van de vaatwasser. Ik sta te tollen op mijn benen en barst in huilen uit: hoe kom ik in Godsnaam deze dag door? Ik moet straks mijn kind weer ophalen en vanmiddag voor hem zorgen, hoe ga ik dat doen?
Ik maak me ook zorgen. De keren dat ik zonder aanwijsbare reden zo gruwelijk moe ben geweest was het foute boel. Ik heb donderdag dan wel kuren gehad, maar daar ben ik meestal zondag en hooguit maandag wel weer bovenop en ik voel het dan vaak vooral bij inspanning, niet als ik op de bank zit ofzo. Wat is dat dan nu. Is het weer fout of is het toch gewoon de opstapeling van dingen? Ik had een beetje veel gedaan voor de kuren, werd op de dag van de kuren ongesteld en een beetje verkouden. De peuter stoorde ons de afgelopen nacht ook telkens 1 keertje, maar ging dan wel weer prima slapen. Zou het dat echt zijn? Ja, dat moet toch wel. Als mijn man thuis komt ziet hij dat het niet gaat en benoemt dat ik er gruwelijk slecht uitzie. En bedankt. Ik had echt de energie niet om te koken, gelukkig stond er nog iets klaar om op te warmen. Ik lig weer vroeg te slapen op de bank.
Het is woensdagochtend. Bij het ontwaken ben ik voorzichtig positief: dit lijkt een andere dag te worden dan de afgelopen dagen. Na het douchen en een bak koffie weet ik het zeker: het was de samenloop en niks geks: ik ben er weer. Ik ga naar de oedeemtherapeut, doe boodschappen bij drie winkels, ruim wat op in huis, haal mijn zoontje op van de opvang en rij door naar mijn vader. De hele middag voel ik me prima. 's Avonds kook ik, al kost het me wat moeite om me op 5 pannen tegelijk te concentreren (stamppot betekent bij ons: aardappels voor de mannen en knolselderij voor mij, vlees voor de mannen en een alternatief voor mij en een pan met gezamenlijke groente), het lukt om alles prima op tafel te krijgen. M'n man zegt verbaasd dat ik er zo bizar veel beter uitzie dan gisteren.
Na het eten spelen we nog even met de peuter waarna mijn man hem op bed legt en ik nog even een kus kom geven. We ruimen samen op: man de keuken en ik het speelgoed. Ik steek de kaarsen aan en ga dan eindelijk op de bank liggen. Helemaal niet zo moe maar wel enorm voldaan. Ik pak m'n wollen dekentje en de poes kruipt er spinnend bij. De man schenkt een wijntje in voor mij (de kerstvakantie is begonnen he) en rommelt nog even in de open keuken terwijl Stef Bos op de achtergrond speelt. Terwijl ik een slokje van m'n wijn neem en de poes aai kijk ik naar hem vanaf de bank. Kijk ik onze heerlijke huiskamer rond, de meubels die we samen hebben uitgezocht, de woonkamer die precies zo is geworden zoals we vorig jaar in gedachten hadden. Ik kijk naar onze 3 meter hoge kerstboom, de gezellige lichtjes en kaarsen overal. Ik moet opnieuw huilen, maar het zijn andere tranen dan gisteren. Nu huil ik omdat ik simpelweg zo gelukkig ben met al dit huiselijke geluk wat allemaal niet zo vanzelfsprekend is als het soms lijkt.